zondag 7 april 2013

Streekweken en boekentips


Wist je dat Nederlanders 13% van hun inkomen besteden aan eten vergeleken met 10% van de Amerikanen en 15% van de Fransen en Italianen. De Spanjaarden besteden zelf 17,1 % aan eten.

Nu ik elke dag zoveel met eten bezig ben, moet ik oppassen dat het niet alles overheerst. De hele dag bezig zijn met wat je eet en waar het vandaan komt, lijkt al best op Orthorexia (de officiële term voor mensen met een ongezonde obsessie voor gezond eten). Toen ik met dit experiment begon, besefte ik niet dat het zo ontzettend veel werk zou zijn. Gelukkig is de eerste week van april alweer voorbij. 

Na een lunch op mijn werk - witte bolletjes (26 verschillende ingrediënten), knakworst (21) en mosterd (15) (zie 4 april in de voedingslijst) - heb ik bij mijn avondeten het aantal ingrediënten drastisch beperkt. Niet omdat ik geen zin had om alles op te zoeken, maar vooral omdat ik behoefte had aan ‘puur’ voedsel. Door alles bij te houden, wordt ik me steeds bewuster van wat ik allemaal eet. Ik verwacht dat vooral de komende twee weken veel zullen veranderen aan mijn toekomstige eetpatroon.

Vanaf maandag aanstaande mag ik - samen met een deel van het Dynamic Food team - een week lang alleen streekproducten eten. Om het nog moeilijker te maken, houden we een vast menu aan, gebaseerd op wat Annelou (initiator Dynamic Food) normaal eet. Een aantal dingen komt niet uit de regio, maar wordt wel gebruikt in streekproducten. Zout en suiker, bijvoorbeeld, zijn deze week verboden. We hebben een aantal regels opgesteld:

Regels Streekteam
  • Producten moeten binnen veertig kilometer rondom Arnhem afkomstig zijn
  • Bij een verwerkt lokaal product moet het hoofdingrediënt in de regio geproduceerd zijn.
  •  Zoveel mogelijk biologisch
  • Zoveel mogelijk seizoensgebonden
  • Voorkeur voor producten van het land en niet uit de kas 

De week erna mag ik alleen supermarktproducten eten, dat scheelt me niet alleen veel tijd maar ook veel geld. Naast mijn werk en zonder auto valt het nog niet mee om je aan deze regels te houden. Gelukkig kon ik dit weekend al wat voorbereidingen treffen en ging ik afgelopen zaterdag naar de wekelijkse boerenmarkt in Arnhem en vandaag naar de sonsbeekmarkt, waar ook een aantal streekproducten worden verkocht.



Dit weekend heb ik gemerkt dat ons experiment niet gemakkelijk is. April is al een moeilijke maand omdat de wintervoorraad nu grotendeels op is en de meeste dingen nog niet groeien, maar het koude en droge weer van maart heeft het nog veel erger gemaakt. Nog steeds geen blaadjes aan de bomen en in mijn volkstuin zijn alleen de rabarber en bieslook voorzichtig aan het groeien. Daarom begon ik mijn zoektocht gister op de boerenmarkt. Bij de groentekraam van De Hooge Kamp hebben ze voornamelijk producten uit Nederland en op dit moment alleen nog aardappelen, prei, snijbiet en bieten. De overige groenten en zelf de uien kwamen helaas buiten de straal van veertig kilometer. De kraam ernaast (Rivier en Land) had nog verschillende soorten appels en ook champignons. De peren kwamen uit Argentinië (de marktkoopman leek zich er enigszins voor te schamen).
appelsoorten bij de kraam van Rivier en Land

Gelukkig reageerde iedereen erg enthousiast op mijn vragen. De vrouw met het kraampje vol streekproducten ging tussen de potjes en pakken op zoek naar dingen die ik mocht eten. Ze kon me blij maken met een paar potjes jam, honing, pannenkoekenmix en mosterd. De pasta uit Duitsland viel helaas net een paar kilometer buiten onze cirkel.

De drie kaaskramen hadden voornamelijk kaas uit Noord Holland. ‘Nee mevrouw, Gelderland staat nou niet bepaald bekend om zijn kazen’, mompelde één van de kraamhouders spottend. Gelukkig konden ze me bij Van Dee blij maken met schapenkaas uit Rhenen en bij het Zuivelhoekje op de Steenstraat verkopen ze eieren uit Ede, melk van Zuivelboerderij IJsseloord (Arnhem-Zuid) en Brandrood kaas uit Ede en Old Remeker uit Lunteren.

Bij slagerij De Groene Weg wisselt het aanbod wekelijks. Deze week kon ik alleen terecht voor rundvlees, maar volgende week kon ik het gerust nog een keer vragen.

De aardrijkskundige kennis van de meeste verkopers (en ook van mezelf) is soms niet toereikend. Bij De Groene Weg dook de verkoper even achter de computer om op te zoeken waar de bedrijven van de leveranciers nou precies liggen en bij de groentekraam kreeg ik hulp van een aantal klanten. Veel mensen vonden het experiment erg leuk en probeerden volop mee te denken.

Op de streekmarkt in Sonsbeek bleek helaas erg weinig te vinden binnen de ratio van veertig kilometer. Toch opmerkelijk voor een markt die om streekproducten draait. Gelukkig waren er pastasaus en paprika’s uit Bemmel (wel uit de kas) en verkocht De Witte Watermolen pastameel en ook stroop. Honing, Kaas en jam waren er ook, maar die had ik de dag ervoor al ingekocht. In het Openluchtmuseum worden diverse streekproducten verkocht, maar alleen het bier en het brood van de bakker komen uit Arnhem: het bier gebrouwen en het brood gebakken in het museum zelf).

bieslook in de tuin

de volkstuin
de rabarber komt voorzichtig de grond uit gekropen
Gelukkig kan ik ook uit mijn eigen voorraad putten. Zo heb ik nog walnoten uit de tuin van mijn oma in Nijmegen, hazelnoten van de bomen in de Burgemeesterswijk, pompoen uit de moestuin (ingevroren), gedroogde rozemarijn en tijm (ook uit de moestuin), verse peterselie en bieslook uit de tuin (kan net). De tuinkers heb ik nog even snel gezaaid. Al met al toch een redelijk schamele oogst. Gelukkig ben ik niet de enige in mijn team en hoeven we sowieso geen honger te lijden.

Boekentips
Ik heb mijn oud-collega Arno beloofd vandaag ook wat over de boeken van Michael Pollan te schrijven. Daar was ik van de week al mee bezig, maar ik heb geen gelegenheid gehad het af te maken en te uploaden. Michael Pollan heeft diverse boeken geschreven, waaronder ‘Een pleidooi van echt eten’ en 'The Omnivore Dilemma' en 'Een handleiding voor echt eten’. In dat laatste boek heeft hij vierenzestig eetregels opgesteld, gebaseerd op het principe ‘Eet echt eten. Niet te veel. Vooral planten’. Twee voorbeelden: ‘Mijd voedingsproducten die meer dan vijf ingrediënten bevatten’ en ‘Het is geen voedsel als het in elke taal hetzelfde heet’. Bij de laatste regel gaat het over producten zoals de Bic Mac, Cheetos of Pringles)

Volgens Michael Pollan is ons westerse voedingspatroon de laatste jaren zodanig veranderd dat vier van de tien voornaamste doodsoorzaken direct verband houden met ons voedingspatroon: hart- en vaatziekten, diabetes, beroerte en kanker. Ons lichaam zal zich in de loop van enkele duizenden jaren wellicht aanpassen aan de stoffen die we nu in ons lichaam proppen, maar dat betekent dan wellicht wel dat we ziek zullen worden van natuurlijk voedsel.

Pollan schrijft dat we steeds meer dingen uit ons voedsel zijn gaan verwijderen die slechte eigenschappen hebben (bijvoorbeeld suiker) en deze hebben vervangen door ‘minder schadelijke’ alternatieven. We stoppen bijvoorbeeld bepaalde eigenschappen van een kiwi in een ander product om zo het aantal calorieën te beperken, of om te zorgen dat we dagelijks voldoende vitaminen innemen (zonder daarvoor fruit te hoeven eten). Omdat de westerse boeren in het verleden bijna allemaal de kwantiteit verkozen boven de smaak van de verbouwde producten, is de kwaliteit van de oogst erg achteruit gegaan. Zo bevatte een appel uit 1940 bijvoorbeeld drie keer zoveel ijzer als een appel van nu.

Ook stelt Pollan dat we steeds eenzijdiger eten. Zo is 75% van de plantaardige oliën afkomstig uit soja en meer dan de helft van de zoetmiddelen uit maïs. Dit is omdat soja en maïs veel vet en eiwitten bevatten, en omdat ze goedkoop zijn (met name vanwege de subsidies die o.a. de Amerikaanse overheid boeren geeft). De afgelopen dagen heb ik, al onderzoekend, inderdaad ook zelf gemerkt hoeveel maïs en soja er aan mijn eten wordt toegevoegd. Veel toevoegingen bevatten één van de twee ingrediënten. Volgens Michael Pollan krijgt de gemiddelde Amerikaan zo zelfs 554 calorieën per dag binnen via maïs en 257 voor soja.  Ik kan nog even doorgaan over deze man, maar ik raad je aan zijn boeken zelf te lezen. Je hoeft het natuurlijk niet altijd met hem eens te zijn (dat doe ik ook niet), maar het is zeker interessant.

Een ander interessant boek over eten is Hongerige Stad van Carolyn Steel, waarin ze de vertelt hoe steden 'eten'. Het is een verkenning van ons consumerende leven, met Londen als case study. Carolyn volgt de reis van het voedsel over land en zee naar de stad, via markt en supermarkt naar de keuken en tafel, naar de vuilnisbelt en weer terug in het milieu. Ze gaat helemaal terug in de geschiedenis en neemt ons mee naar nu. Ze schrijft over de ontstaansgeschiedenis van de supermarkt, de eerste kookboeken, de inrichting van keukens, eetgewoontes van verschillende culturen door de jaren heen en nog veel meer.  

Natuurlijk zijn er nog veel meer boeken over eten. En dan heb ik het niet over kookboeken. Mocht je nog literatuurtips hebben dan hoor ik ze overigens graag!

Voedingslijst >>

Geen opmerkingen:

Een reactie posten